Architectuur
Aan de IJweg te Nieuw-Vennep is het Landgoed Huis ter Lucht gelegen. Het plan omvat 26 nieuwe, karakteristieke boerderijwoningen in een mooi gevarieerd aanbod van twee-onder-een-kapwoningen en rijwoningen. Het stedenbouwkundige plan kent een opzet als een agrarische erf met een boerderijachtige uitstraling, een verwijzing naar de voormalige boerderij ‘Huis ter Lucht’. Met hierbij in de zuidwesthoek, achter het lint geen woningen maar een moestuin, boomgaard en speelplaats. Het parkeren wordt hier opgelost in een mandelig erf, gelegen uit het zicht in het groen.
Karakteristiek voor het polderlint en een agrarisch erfensemble is een verdichting van het lint met een woonhuis als kleine korrel en achterop het erf een ensemble van grotere korrels in de vorm van schuren. De hoofdopzet van het plan is zo geordend dat de bebouwingen zijn opgedeeld in een eerste linie en tweede linie. De eerste linie bestaat uit twee bouwvolumes met ‘rijke’ tweekappers. Deze doen zich voor als twee boerderijn of ‘woonhuizen’ aan het lint, die georiënteerd zijn op de IJweg. In de tweede linie bevinden zich de grotere bouwvolumes, die verwijzen naar de schuren die zich achterop het agrarische erf bevinden.
In de architectuur vinden we de tweedeling van het erf principe terug. De twee boerderijvolumes aan het lint zijn in een boerderij architectuur ontworpen. De rijwoningen en tweekappers op het achtererf zijn in schuurarchitectuur ontworpen.
De twee boerderijen op het voorerf zijn ontworpen als twee onderscheidende, variërende boerderijen passend aan de ontspannen opzet van een boerenerf, organisch gegroeid en met differentiatie in erfbebouwing. De boerderijen onderscheiden zich in de architectuur. De witte boerderij kan bij de inrit als een herinnering aan de voormalige boerderij “Huis ter Lucht’ gedaante geven als voorhuis van het achterliggende ensemble. Deze boerderij is ontworpen in een historiserende stijl met klassieke details: metselwerk plint en gevel, zwarte houten planken, een hanenkam rollaag, een makelaar, ramen met roedes, oranjerode dakpannen en dakkapellen met een puntdak. De hoofdvorm van de boerderij refereert aan de klassieke boerderij met gebinten. De gevelopeningen zijn symmetrisch geplaatst. De gevel aan het lint aan de IJweg is ontworpen als zichtbare voorgevel met de voordeur.
De andere boerderijwoning is onderscheidend ontworpen om het verschil tussen beide boerderij te benadrukken. Deze boerderij is ontworpen in een modernere architectuurstijl. De gevelsteen is roodbruin, de rollaag is strak en rechthoekig, de ramen zijn hoger, enkele ramen zijn voorzien van luiken, de dakpannen zijn in een moderne antraciet kleur en voor de dakkapellen is gekozen voor een strakke zinken uitvoering. De symmetrie in de gevel aan het lint aan de IJweg is behouden, maar met een andere indeling van gevelopeningen en zonder de klassieke voordeur aan de “straatzijde”. Door de toepassing van een dwarskap die lager aangrijpt dan de nok, wordt de hoofdvorm van de boerderijwoning behouden zonder dat deze boerderij zich nog symmetrisch aandoet. Doordat de voordeur van de tweede woning bij de dwarskap zich richt naar het collectieve erf wordt de boerderij op de eerste linie betrokken bij het achtererf in de tweede linie.
De tweede linie bestaat uit schuurarchitectuur woningen. De woningen hebben hier een grote korrelgrootte versterkt door de eenduidige kapvorm met lage goten en een houten gevelbekleding. Om de ontspannen opzet en organische groei van het erf door de zetten is hier ook een differentiatie in de schuren gemaakt. Er zijn schuren met een donkere kleurstelling met donkere dakpannen en schuren die tegenstellend in lichte kleurstelling met oranjerode dakpannen zijn uitgevoerd. De één heeft een lessenaarsdak en de andere een schilddak. Beiden zijn uitgevoerd in een eenvoudige, strakke architectuur met sobere detaillering. De woonblokken zijn geplaatst in versprongen rooilijnen en/of dwars op elkaar die samen verbonden worden door doorlopende binnengebieden op het erf.
Met het oog op de toekomstige ontwikkeling zijn de woningen op het achtererf met lessenaarsdak met de voordeur aan de parallelweg ontworpen. De andere woningen aan de parellelweg met schilddak hebben bewust geen bergingen aan hun achtertuinen om geen “achterkanten” richting de straatzijde te maken. De overige tweekappers aan het achtererf zijn ook ontworpen met houten gevelbekleding, strakke volumes, verholen goten. De woning aan de parellelweg heeft ook een grote, moderne glazen uitbouw met uitzicht over de polder.
